Deze notitie is een eerste aanzet om in kaart te brengen welke consequenties er zijn voor huurder en verhuurder voor wat betreft scheiden van wonen en zorg.
Sinds 1 januari 2013 is scheiden van wonen en zorg een feit voor ZZP 1 tot en met ZZP 3. Per 1 januari 2014 wordt daar wellicht ZZP 4 aan toegevoegd. ZZP 5 en hoger zal vooralsnog worden gefinancierd vanuit de AWBZ. Bovenstaande geldt alleen voor cliënten die na 1 januari 2013 een indicatie krijgen. Huidige cliënten met een ZZP 1 t/m 3 blijven vanaf 1 januari 2013 binnen het AWBZ-regime.
Voor zover de ZZP vanaf 5 uit de AWBZ gefinancierd wordt heeft dat geen consequenties en blijven de bestaande voorzieningen zoals ze nu zijn. Geheel anders ligt dan voor nieuwe cliënten met een ZZP 1 tot en met ZZP 4. Cliënten die in deze categorie vallen, gaan te maken krijgen met het huren van een woning. Dit betekent dat ze ook zelf energie mogen of moeten inkopen.
Dit brengt verregaande consequenties met zich mee, als je optimaal invulling wilt geven aan het onderdeel energie, in die gevallen waar de gehele binnen installatie feitelijk één installatie is. In bijna alle bestaande gebouwen is het niet mogelijk om hierin te voorzien, tenminste als u niet tegen enorme kosten wilt oplopen. Bij nieuwbouw is hier rekening mee te houden maar zal waarschijnlijk leiden tot hogere stichtingskosten.
In alle redelijkheid kan men niet verlangen dat elke woning of appartement in een bestaande situatie wordt voorzien van een individuele aansluiting en moet men gaan werken met collectieve installaties. Echter elke woning en/of appartement, alsmede het collectieve algemeen verbruik, zal wel moeten worden bemeterd en het verbruik moet via de servicekosten worden afgerekend.
Als de Zorggroep zelf eigenaar van het gebouw is zal zij deze voorzieningen moeten treffen. Daar waar er sprake is van huur zal de exploitant van het gebouw deze voorzieningen moeten treffen.
Voor zover het gebouw eigendom is van de zorggroep zullen de energiekosten middels servicekosten moeten worden afgerekend. Er zal dan sprake zijn van een collectieve installatie voor warmte en elektralevering. De kosten voor het afrekenen van de servicekosten voor energie vergt kennis van de energiemarkt.
Als scheiden van wonen en zorg uitgangspunt is, dan is de vraag of elke woning een eigen WOZ beschikking krijgt. Als dat het geval is heeft dat gevolgen voor de energiebelasting. Elke onroerende zaak met een eigen OZB heeft recht op de kortingsheffing van 385,- inclusief btw.
Dit heeft over het algemeen voordelen ten opzichte van één WOZ beschikking voor het hele gebouw. Zie onderstaand indicatief rekenvoorbeeld.
Wat de consequentie zijn voor de OZB in het geval van één of meerdere WOZ beschikkingen is ons niet bekend en verzoeken wij u dit aan een expert te vragen op dit gebied.
Resumé
Voor het geval er sprake is van een keuze tussen één of meerdere WOZ beschikkingen zal de financiële consequentie goed in beeld moeten zijn gebracht.
Ton Krieger Energy-Check